For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
UvA-hoogleraar Joyeeta Gupta is benoemd tot co-voorzitter van de zogenaamde United Nations 10-Member-Group. Samen met negen andere eminente experts van over de hele wereld gaat ze regeringen adviseren over hoe ze wetenschap, technologie en innovatie kunnen inzetten om de Sustainable Development Goals (SDG's) te halen.

Joyeeta Gupta grinnikt om de ironie dat zij, als hoogleraar Milieu en Ontwikkeling in het Mondiale Zuiden, in deze10-koppige groep nu juist het Noorden mag vertegenwoordigen. Ze voelt zich bevoorrecht dat ze haar hebben gekozen, een 'eenvoudige universiteitsprofessor', zoals ze het zelf graag noemt, en ze lijkt even te vergeten dat zij nota bene een Nobelprijs op zak heeft.

Met ingang van 1 januari 2024 maakt Gupta deel uit van de tweede groep van tien leden, elk steeds met een mandaat van twee jaar. De officiële naam is de United Nations Group of Ten High-level Representatives of Civil Society, Private Sector, and Scientific Community to Promote Science, Technology, and Innovation for the SDGs. De leden brengen een diversiteit aan expertise en ervaring met zich mee op verschillende gebieden van wetenschap, technologie en innovatie (STI) en het bedrijfsleven. Ze werken nauw samen met groepen belanghebbenden, waaronder bedrijven, jongeren en kinderen, en de academische wereld.

‘Er is geen alternatief voor de VN.’

Gupta kent de weg binnen de VN en dit relatief nieuwe initiatief. Er komen een hoop afkortingen bij kijken, maar ze is bekend met de VN-bureaucratie en –politiek en weet wanneer ze voorzichtig moet zijn met woorden als 'degrowth' en 'global constitution for climate justice'. Ze vertelt terloops dat de Groep eigenlijk vorig jaar al aangekondigd had moeten worden, maar dat dit is uitgesteld omdat sommige lidstaten hun contributie niet hadden betaald. De leden van de groep krijgen geen salaris voor hun werk, maar dat weerhoudt Gupta er niet van om enthousiast haar plannen voor de komende jaren te ontvouwen.

Gupta: ‘Tijdens onze eerste online-bijeenkomst hebben we gebrainstormd over een aantal ideeën. Deze moeten nog verder worden bepaald, maar ze betreffen vooral AI, klimaatverandering, de energietransitie, platforms om de link tussen de verschillende doelen te bevorderen, deelnamebevordering van vrouwen aan wetenschappelijk onderzoek en meer samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende landen en disciplines.’

Ze hoopt dat het werk van de Earth Commission op het terrein van veilige en rechtvaardige planetaire grenzen ook kan helpen bij het aanscherpen van de milieu-SDG's. En dat het werk op het gebied van de implicaties voor die grenzen kan helpen bij het formuleren van de sociale SDG's en de noodzaak voor transformatie. Bij de eerste ontmoetingen met de ambassadeurs die de STI-bijeenkomst in februari voorzaten, bleek er behoefte te bestaan aan concrete suggesties voor duurzame acties die wereldwijd kunnen worden opgeschaald.

Gupta: ‘Er is geen alternatief voor de VN. Het is tot op heden wereldwijd het enige orgaan dat ook aan arme landen denkt. Sommige mensen geloven dat we het allemaal op lokaal niveau moeten doen. Ik denk dat dat ontoereikend is, omdat niemand iets zal ondernemen wat de economie zou kunnen schaden als niet iedereen daarin meegaat. Je hebt mondiale regulering nodig en een krachtige entiteit op mondiaal niveau. Wat ik bij de VN zou kunnen doen? Misschien minder dan wat ik in een wetenschappelijk artikel kan doen, maar ik kan in elk geval de politieke agenda een duwtje geven.’

‘Als je uitlegt waarom, zullen de wetenschappers het werk voor je doen.’

Een voorbeeld hiervan, legt Gupta uit, is de manier waarop ze kwesties als sociale rechtvaardigheid en gelijkheid naar voren wist te schuiven toen ze medevoorzitter was van de Global Environment Outlook-6 van UNEP. Tot die tijd richtte UNEP zich alleen op milieukwesties, hoewel de SDG's reeds waren geformuleerd. Gupta: ‘Dat leverde behoorlijk opwindende resultaten op, want als je andere wetenschappers, ook natuurwetenschappers, uitlegt waarom, zullen zij het werk voor je doen. Dan kijken ze niet alleen naar bodem- en landgerelateerde kwesties, maar ook naar land- en waterroof, niet alleen naar hoeveel diersoorten er zullen sterven door vervuild water, maar ook naar het aantal mensen dat ziek wordt of sterft door vervuild water.’

Ze slaagde erin iets soortgelijks te doen als medevoorzitter van de Earth Commission. Gupta: ‘We keken naar de veilige grenzen en bleven ons als sociale wetenschappers afvragen of een veilige grens daarmee ook een rechtvaardige grens is. In de beginfase vroegen de natuurwetenschappers ons of rechtvaardigheid niet een normatieve kwestie is. Daarom moesten we met hen meedenken om rechtvaardigheid om te zetten in een kwestie die empirisch en zelfs kwantitatief kan worden bestudeerd. Zo hebben we bijvoorbeeld het recht op water en energie niet alleen omgezet in 100 liter water en/of drie gloeilampen en een koelkast, maar konden we ook zien hoeveel water en/of energie nodig is voor voedselproductie, energieproductie, waterzuivering, het bouwen van een klein huis, etc.’

‘Laten we onze universiteit, Amsterdam en Nederland zo snel mogelijk fossielvrij krijgen.’

Een onderwerp dat op de agenda staat voor de bijeenkomst van het Science, Technology, and Innovation Forum in mei in New York is Kunstmatige Intelligentie voor de SDG's. De hamvraag is wanneer en onder welke voorwaarden AI daadwerkelijk een aantal van de uitdagingen binnen de SDG’s zou kunnen aanpakken. Dat roept twee vragen op: hoe gaat AI om met wetenschap en nepnieuws, en hoe gaat AI om met de disbalans in kennis tussen het Zuiden en het Noorden?

Gupta overweegt om op de UvA een brede discussie over dit onderwerp te organiseren. Over de UvA gesproken, ze hoeft geen twee keer na te denken over de besteding van de aangekondigde 1 miljoen euro voor een UvA-breed klimaatprogramma onder leiding van André Nollkaemper, directeur van het UvA Sustainability Platform (USP).

Gupta: ‘Laten we eens goed kijken naar hoe we onze universiteit, Amsterdam en Nederland zo snel mogelijk fossielvrij kunnen krijgen, rekening houdend met scope 1- en scope 2-emissies en mogelijk zelfs de scope 3 en gefinancierde emissies. Dat is uitermate urgent als we het doel van maximaal 1,5ᵒC willen halen. De wetenschap moet het voortouw nemen door te laten zien wat er kan en moet gebeuren.’

Onder de paraplu van ENLENS, een van de onderzoeksprioriteiten van de UvA, doet Gupta onderzoek naar de Amsterdamse haven. Gupta: ‘Amsterdam heeft het over de donuteconomie en hoe goed we ons geld uitgeven, maar Amsterdam verdient ook aan projecten die niet altijd even verstandig zijn. Zo is Amsterdam bijvoorbeeld aandeelhouder van de Amsterdamse haven, tevens doorvoerhaven van fossiele brandstoffen die vervolgens naar gebruikers zoals Schiphol gaan. Het is cruciaal om te evalueren welke rol Nederland speelt bij belastingontduiking door bedrijven, aangezien dergelijk geld ontzettend belangrijk zou kunnen zijn bij het aanpakken van wereldwijde klimaatveranderingsproblemen.’

‘Een hele eer.’

Als ze het heeft over het vermogen van wetenschappers om impact te maken, benadrukt Joyeeta Gupta hoe sterk ze gelooft in het in de juiste richting sturen van regeringen. Soms voelt ze zich schuldig dat ze niet actiever is geweest in de politiek. Gupta: ‘Maar er is een grens aan wat je kunt doen. Dus op dit moment ben ik heel blij dat ik zowel op het podium van Extinction Rebellion kan staan en hen kan steunen in hun poging om subsidies voor fossiele brandstoffen op een rechtvaardige manier af te bouwen, en tevens de VN kan toespreken. Eerlijk gezegd vind ik het een hele eer om uitverkoren te zijn voor deze positie.’

-Elles Tukker
UvA Sustainability Platform (USP)